Selecteer een pagina

Het is de laatste tijd stil omtrent de Warmtewet. Dat komt omdat er de laatste maanden niet zoveel lijkt te gebeuren. Niet op de voorgrond, in ieder geval.

Achter de schermen wordt er echter hard gewerkt aan de Warmtewet. Het ministerie van Economische Zaken heeft in overleg met diverse partijen, waaronder de NL.V.V.E., geïnventariseerd op welke punten de wet aangepast moet worden. Tijdens bijeenkomsten, telefoontjes en mails zijn alle aanbevelingen en wensen van belanghebbenden, zoals energieleveranciers, de ACM, netbeheerbedrijven en meetbedrijven, in kaart gebracht, gewogen en samengevat in een herziene Warmtewet. Dit concept, integraal hier te vinden, inclusief uitleg, is op 23 mei jl. het voorstel van de Wet aan de Tweede Kamer aangeboden, waarna het op een nader te bepalen tijdstip wordt behandeld en in werking zal treden.

Omdat de wet nog goedkeuring behoeft, kan nog niet exact worden aangegeven op welke punten de wet aangepast zal worden. Een aantal zaken is echter al duidelijk.

Blokverwarming past moeilijk binnen de volledige reikwijdte van de huidige Warmtewet. Door de nieuwe verplichtingen van de Warmtewet werden verhuurders en VvE’s aangemerkt als ‘energieleverancier’, met alle administratieve lasten van dien. De reikwijdte van de Warmtewet zal op enkele punten worden herzien ten aanzien van deze groepen. Zo zullen onderdelen als continuïteit en betaalbaarheid van de warmtelevering bijvoorbeeld (weer) ondergebracht worden onder bestaande wetgeving, zoals het huurrecht en de regelgeving omtrent Verenigingen van Eigenaren.

1). Door de Warmtewet werden verhuurders (woningcorporaties etc) en VvE’s energieleverancier, waardoor bijvoorbeeld een storingsregistratie moest worden bijgehouden en het risico ontstond om bij een storing een compensatie uit te moeten keren. Verhuurders waar warmtelevering in het huurcontract is ondergebracht en VvE’s zullen worden uitgezonderd van het grootste deel van de Warmtewet. De meetverplichting blijft op deze groepen echter wel van toepassing.

2). De levering van koude en/of lauw water, veelal in combinatie met duurzame projecten, valt niet onder de huidige Warmtewet. In sommige gevallen is regulering echter wel wenselijk om (duurzame) systemen operationeel en rendabel te houden of de consument te beschermen tegen een te hoge prijsstelling. Voor dergelijke situaties zal de herziene Warmtewet handvatten bieden.

3). Qua prijsstelling wordt tot op heden gewerkt met vaststaande maximum bedragen, vastgelegd in het NMDA principe. Dit wordt door de sector en de afnemers als beperkend ervaren. Het bleek, vooral bij innovatieve en duurzame projecten, moeilijk om een goede prijsstelling en business-case op te stellen. In de vernieuwde Warmtewet wordt meer flexibiliteit in de tariefstelling voor leveranciers beoogd.

4). Tijdens de verschillende sessies voor de herziening van de Warmtewet is veel te doen geweest over afleversets. De grootste discussiepunten waren prijs en veiligheid. Afnemers en installateurs pleitten voor een vrije markt, om lagere prijzen en keuzevrijheid in de hand te werken. Er is echter gekozen voor marktregulering van afleversets; het veiligheidsaspect van afleversets weegt té zwaar om een vrije markt te creëren. Via warmtesets wordt immers water met zeer hoge temperatuur getransporteerd in een hoofdzakelijk huiselijke omgeving, waardoor de veiligheidsrisico’s groot zijn. De verantwoordelijkheid van de installatie en onderhoud van afleversets zal bij de netbeheerders komen te liggen.

5). Voor ca. 500.000 huishoudens is het niet mogelijk om een afleverset of individuele warmtemeter te installeren. In deze gevallen worden warmtekostenverdelers gebruikt om de kosten naar verbruik te verdelen, zodat de verbruiker de mogelijkheid heeft om de warmtekosten te beïnvloeden. In lijn met artikel 9 van de EED (Richtlijn 2012/27/EU) wordt het voor leveranciers mogelijk om de kosten voor het gebruik van deze warmtekostenverdelers door te berekenen aan de verbruikers.

Op korte termijn wordt de herziening door de Ministerraad behandeld ter goedkeuring. De verwachting is dat dit in ieder geval in 2017 zal plaatsvinden, net voor of na de zomer. Vervolgens start zo snel mogelijk de consultatie van de herziening van de lagere regelgeving, het Warmtebesluit en de Warmteregeling. Hiermee wordt handen en voeten gegeven aan de praktische aspecten van de Warmtewet.

Hier treft u informatie aan voor wie de Warmtewet wel en niet (meer) geldt.