Selecteer een pagina

Zoals bekend was de oorspronkelijke Warmtewet uit 2014 vooral toegespitst op Stadsverwarming. Het ging over bescherming van de consument en het “aftoppen” van verdienmodellen. In de Warmtewetversie stond onder andere ook vermeld dat het toekennen van reducties voor ligging van de woning en het toerekenen van inpandige ongemeten leidingafgifte niet langer toegestaan was. Dit heeft er begrijpelijkerwijze toe geleid dat een groot aantal partijen hebben besloten om de energiekosten van blokverwarming 100% variabel aan de gemeten verbruiken toe te kennen.

De consequentie hiervan heeft de NLVVE uitentreuren met de Warmtewet-projectgroep van het Ministerie van Economische Zaken alsook met de ACM besproken. Op basis van praktijkvoorbeelden werd aangetoond dat het 100% variabel toekennen van de warmtekosten in geval van blokverwarming rampzalige gevolgen heeft. In het bijzonder als de stookkosten voordien op basis van vierkante meters werden toegerekend. De wet beoogt een billijke en redelijke energienota, wat niet mogelijk blijkt bij een 100% variabele tarifering in geval van blokverwarming. Naar aanleiding van het overleg en de praktijkvoorbeelden is het toekennen van eventuele liggingsreducties alsook het toerekenen van inpandige ongemeten leidingafgifte in de wetsherziening van 2015 alsnog goedgekeurd. Desalniettemin blijken nog veel partijen hun wijze van afrekenen (energiekostenverdeling) niet dan wel nog niet te hebben aangepast aan de mogelijkheden die de nieuwe wetgeving biedt; wellicht in afwachting van de finale goedkeuring van de herziene Warmtewet versie 2016 door de Tweede Kamer.

Consequenties overgang van stookkostenafrekening per vierkante meter naar 100% variabel
In onderstaand model geven wij als voorbeeld een flatgebouw van 50 min of meer vergelijkbare woningen met blokverwarming. Enkele appartementen (4, 5, 9, 10, 21, 38, 46 en 47) zijn iets afwijkend qua grootte. De totale energiekosten van de warmtelevering (gasnota) werden op basis van vierkante meter toegerekend aan de appartementsbewoners. In het onderstaande plaatje laat de blauwe lijn duidelijk zien dat een ieder in beginsel hetzelfde betaald, behalve de iets grotere appartementen. Dit is eigenlijk de maximale vorm van nivellering. Zodra de meetapparatuur is geïnstalleerd heeft men de individueel afname van warmte kunnen meten. In de oranje lijn wordt weergegeven wat er gebeurd als alle energiekosten van de warmtelevering (gasnota) voor 100% aan de verbruiken worden toegerekend.

Voor sommige appartementen stijgen de kosten enorm. Alhoewel dit inderdaad ook de appartementen zijn waar meer warmte wordt afgenomen is dit niet billijk en redelijk. Bij blokverwarming is er inpandig(e) leidingafgifte waar iedereen van profiteert; het net van de warmte transportleidingen naar de woningen toe, geeft een basiswarmte aan het gebouw af, Afhankelijk van de mate van isolatie en de hoogte van de gehanteerde stooklijn kan dit een aanzienlijk deel van de totale verbruikskosten zijn. Dit deel van het warmteverbruik kan niet worden gemeten, maar wordt in dit geval toegerekend aan de totale gemeten afname van warmte.

Consequenties overgang van stookkostenafrekening per vierkante meter naar afrekening met reducties en vast/variabel
In onderstaand model gebruiken we als voorbeeld hetzelfde flatgebouw als hierboven. De blauwe lijn laat wederom zien dat een ieder in beginsel hetzelfde betaalt, behalve de iets grotere appartementen.

Zodra de meetapparatuur is geïnstalleerd wordt inzicht verkregen in de individuele warmteafname. In de grijze lijn wordt weergegeven wat er gebeurd als;

  • de appartementen met een niet beïnvloedbaar warmteverlies, in plaats van een energetische aanpassing, de wettelijk toegestane reducties toegekend krijgen
  • de inpandige leidingafgiften voor 35%* van de totale stookkosten met behulp van een vaste verdeelsleutel aan de appartementen worden toekgekend
  • de overige stookkosten, 65%* dus, op basis van gemeten warmteafname aan betreffende appartementen worden toegekend
    * percentages zijn gebaseerd op gemiddelde ervaringscijfers in Nederland, maar kunnen per blokverwarmingsinstallatie afwijken.

Ook nu stijgen de energiekosten voor sommige appartementen, maar nu op basis van redelijkheid en billijkheid. Dit zijn de appartementen waar meer warmte wordt afgenomen. Doelstelling van de Warmtewet is immers dat minder stoken daadwerkelijk lagere energiekosten tot gevolg heeft. En dat is nu het geval.

Conclusie

De herziene versie van de Warmtewet geeft de partijen die blokverwarming toepassen alle mogelijkheden om tot een billijke en redelijk verdeling van de totale stookkosten te komen. Wij moeten dan de actuele mogelijkheden wel goed gebruiken en vooral ook de bewoners op gepaste wijze informeren. Onbekend maakt immers onbemind.