Selecteer een pagina

Tot nu toe was verbruiksafhankelijke afrekening in gebouwen met een collectieve energievoorziening in een aantal Europese landen -waaronder Nederland- vrijwillig. In veel complexen worden de warmte- en warmwaterkosten echter al verbruiksafhankelijk afgerekend. Onderzoek heeft immers aangetoond dat dit tot aanzienlijke besparing kan leiden; gemiddeld maar liefst 23%. In de meeste gevallen vindt verbruiksafhankelijke afrekening thans plaats op basis van warmtekostenverdelers en dus door middel van kostenverdeling, waarbij de totale energie-/ waterkosten het uitgangspunt zijn.

Zowel de EED als de Warmtewet brengen hierin verandering.

EED

De Europese Unie stelt, door middel van de EED (Energy Efficiency Directive), verbruiksafhankelijke afrekening van warmte en warmwater met ingang van 2015 verplicht. In alle woningen, dus ook van collectief gestookte gebouwen (zoals blokverwarming) zal meetapparatuur moeten worden aangebracht om het warmte- en warmwaterverbruik per woning te kunnen vaststellen.
De EED stelt verder dat bewoners 2 tot 4 maal per jaar inzage moeten krijgen in hun verbruik. Ook dit helpt om bewuster en dus zuiniger met warmte- en/of warmwaterverbruik om te gaan. Door bewoners inzage te geven in het verbruik kunnen zij dit zelf in de gaten houden en desgewenst hun verbruiksgedrag aanpassen. Dit leidt tot nog meer energiebesparing en zorgt er bovendien voor dat bewoners bij de eindafrekening niet voor verrassingen komen te staan.

De Warmtewet

De Warmtewet stelt dat met ingang van 1 januari 2014 afgerekend dient te worden in gigajoules. De prijs per gigajoule en het vaste tarief zal door de beheerder aan het begin van een kalenderjaar aan de eindgebruikers gecommuniceerd moeten worden. Zowel het gigajoule tarief als het vaste tarief zijn aan een maximum verbonden (NMDA*-principe). Bij de berekening van de warmte- en/of waterkosten per woning dienen de totale energie- en waterkosten dus niet meer als uitgangspunt.

Meting

Om in gigajoules af te kunnen rekenen, zal óf het verbruik in GJ gemeten moeten worden óf zullen de gemeten eenheden omgerekend moeten worden naar GJ.
Bij de toepassing van (radiografische) warmtekostenverdelers zullen de gemeten eenheden dienen als verhoudingsgetallen om de totaal geleverde gigajoules aan de percelen toe te delen.
Voor de bepaling van het totaal aantal geleverde gigajoules adviseert de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een gigajoulemeter in het ketelhuis te plaatsen.

De afrekening

In de afrekening speelt het totaal aantal geleverde gigajoules dus een cruciale rol, zeker bij de toepassing van warmtekostenverdelers.
De warmtewet-conforme afrekening bestaat uit 3 vast componenten:
-Aantal gigajoules x gigajoule tarief (tarief moet voldoen aan NMDA-principe)
-Vast tarief (tarief moet voldoen aan NMDA-principe)
-Het tarief voor het ter beschikking stellen van een individuele warmtemeter (mits van
toepassing)

Voor wat betreft de Afrekening vallen alléén deze drie posten binnen de scope van de Warmtewet.

Correcties voor ligging

Bij monde van de ACM verbiedt de Warmtewet de toepassing van liggingscorrecties. Dit op grond van het Warmtewetsartikel dat stelt dat geen ‘ongerechtvaardigd onderscheid tussen de verbruikers/afnemers’ mag worden gemaakt.

Actie NL.V.V.E.

De NL.V.V.E. is sinds begin 2014 veelvuldig in gesprek met zowel Min. EZ als ACM om aan te geven waar in de Warmtewet zich de knelpunten bevinden. De Warmtewet is immers opgezet om de consument tegen te hoge energieprijzen te beschermen. De Warmtewet heeft echter enkele ongewenste gevolgen waardoor groepen eindgebruikers juist meer gaan betalen. Dit staat uiteraard haaks op de geest van de Warmtewet.
Tezamen met andere brancheorganisaties hebben wij het Min. EZ ingelicht over de gevolgen van de Warmtewet en de urgentie om deze op punten bij te schaven. Inmiddels heeft dit geleid tot een gesprek op
1 mei jl. ten kantore van EZ met alle betrokkenen. Het gevolg is dat onderdelen van de Warmtewet, waaronder het wegvallen van de correctiefactoren, verder worden onderzocht. Dit onderzoek zal resulteren in een aanbevelingsbrief aan de Tweede Kamer. Deze brief zal einde kwartaal 2 / begin kwartaal 3 worden verstuurd.

*NMDA

*NMDA is de afkorting van Niet Meer Dan Anders. Dit principe houdt in dat wanneer iemand in een collectief gestookt complex woont en individueel dus niet kan overstappen op een andere (eventueel goedkopere) warmteleverancier, daar niet de dupe van mag zijn. Bewoners van collectief gestookte complexen mogen niet duurder uit zijn dan bewoners met een eigen cv ketel. Daarom zijn de GJ- en vastrechttarieven aan een maximum gebonden.